vrijdag 8 juli 2011

Rosebud

Regelmatig schrijf ik over mijn inspiratiebronnen. Ik kan geïnspireerd worden door een werk, terwijl die bron in het eindresultaat niet meer terug te vinden is. Dit was vroeger wel anders, je kunt dan ook niet meer spreken van inspiratie maar van beinvloeding, of ronduit van jatwerk.
Ik denk dat ik 14 jaar was dat ik begon aan een indianen verhaal. De beste strip aller tijden was voor mij Blueberry, ik wilde zo'n soort verhaal maken. Het verhaal begint met een stel indianen die vergaderen, precies als in het verhaal "Dreiging in het westen", vertaald in het Nederlands was dat de eerste Blueberry.
De tekenaar van Blueberry is tegenwoordig ook de schrijver, Giraud. Hij is ongeneeslijk ziek maar werkt nog steeds verder aan zijn stripoevre. Ik las in een interview dat hij hoopte nog een Blueberry verhaal te kunnen maken. Dat hoop ik ook: voor mij blijft Blueberry de allerbeste strip.

donderdag 7 juli 2011

een probeersel

 Een paar jaar geleden ben ik naar Parijs gegaan om een aantal exposities van schilderijen te bekijken. Eén van de exposanten was Joaquín Sorolla, 1863-1923, een schildersbeest. Hij produceerde regelmatig meerdere doeken op een dag, en allemaal meesterwerken.
Hij werkte niet zo snel omdat hij haast had, maar omdat hij het kon. Vooral zijn strandtaferelen zijn befaamd, mensen op de zonovergoten stranden van Valencia. Hij schilderde buiten op het strand, ik voel mee met die jongen die uren in de zon moet staan om dat paard vast te houden.
Als ik zoiets zie denk ik: dat ga ik ook proberen, ik ga ook een strandscene maken. Maar dan wel lekker in mijn atelier, ik heb geen zin in zeikerds die me op de vingers kijken. En niet twee meter breed maar 20 centimeter. 

woensdag 6 juli 2011

Surinaamse traditie

Naast de trap op de pagina van gisteren hangt het portret van Margot. Toen ik het wat minder druk had ging ik met grote regelmaat naar atelier Sanne, een plek in Amsterdam waar iedereen model kan komen schilderen of tekenen.
Er wordt gewoon afgerekend voor de keren dat iemand komt, er wordt geen les gegeven. Rond het model staat dan een twintigtal schilders en tekenaars te werken, een hele inspirerende gebeurtenis. Elke keer is het maar weer afwachten wie als model is ingehuurd, man of vrouw, naakt of gekleed.
Op een gegeven moment was het Margot, een verpleegster van Surinaamse afkomst. Ze had allerlei traditionele kleding meegenomen, het zag er prachtig uit. Ze zou drie keer in dezelfde stand gaan zitten zodat de schilders de tijd hadden om rustig laag op laag te schilderen, maar na twee sessies waren de meesten wel klaar. Ze had nog zoveel mooie spullen bij zich die nog niet gebruikt waren dat haar gevraagd werd of ze de derde keer in andere kledij model kon zitten. Het portret met de blauwe muts is tijdens die derde sessie gemaakt.

dinsdag 5 juli 2011

perspectief

Regelmatig maak ik een potje van het perspectief. Ik had dan ook tekenles van een leraar die zelf niets van perspectief wist. Hij wilde het ook niet weten. Dat gedoe met een verdwijnpunt en een liniaal interesseerde hem niet. Als het niet klopt zie ik het wel, was zijn motto.
Een prima motto waarmee ik me door vele illustratieopdrachten en strippagina's heb kunnen wurmen. Helaas komt het soms voor dat ik er met rommelen alleen niet uitkom en ik toch een perspectieftekening moet maken. In tegenstelling tot mijn leraar kan ik dat wel.

Ik heb op een apart velletje de verschillende poppetjes geschetst die de trap op moeten gaan.

maandag 4 juli 2011

blote armen

Voor een expositie in de schouwburg in Den Haag mocht ik Cigdem, een jonge actrice, schilderen. Ze was niet zo blij met het eindresultaat, ze vind het te erotisch. Ik begreep daar helemaal niets van. Volgens haar waren de armen te bloot. "Je hebt dat t-shirt toch zelf uitgekozen", stamelde ik. "Ja, maar op een schilderij komt zoiets heel anders over." Snappen doe ik het nu nog steeds niet, waar praten we over, blote armen. Het schilderij hangt nu niet meer in Den Haag maar heeft een mooi plekje bij Liz en Dave aan de muur gekregen.

zondag 3 juli 2011

Afghanistan

Van een goede kennis, Jaap Binsbergen, kreeg ik een vliegtuigje dat hij jaren geleden in elkaar geplakt had. Dat model kon nu prachtig dienst doen als documentatie voor de coverstory van Pulpman 11.
Het verhaal gaat over de missie van groen links in Afghanistan. Nu hád groen links de kans om het kabinet eens flink dwars te zitten en dan doet ze het niet omdat ze een betrouwbare partner wil lijken. Waar blijft de oppositie die zegt: tot hier en niet verder. Stop dit afbraakbeleid, we gaan wel bezuinigen als de economie weer in de lift zit, anti-cyclisch handelen of zo. Ik voel een nieuw Pulpman verhaal opkomen: Pulpman for president.
Voor straf heb ik de laatste verkiezing niet op groen links gestemd, hopelijk hebben ze die boodschap begrepen.
Pulpman 11 komt zeer binnenkort uit.

zaterdag 2 juli 2011

een eikel

De mannelijke hoofdpersoon in de strip Phinny is Dave, de man van Liz. Ik had over hem opgeschreven in mijn scenario: Het is een man die vertrouwen blijft houden in zijn vrouw, ook als haar gedrag geen aanleiding tot vertrouwen geeft. Er bestaan verschillende termen om een dergelijke figuur te beschrijven, maar 'lul de behanger' komt volgens mij het dichtste in de buurt.
In het scenario klimt hij op een gegeven moment uit het raam en via een boom komt hij op de grond. In de uitwerking heb ik dat iets aangepast. Hij springt, grijpt naar een tak, mis, rost naar beneden en smakt op zijn rug. Zó gaan wij met eikels om.
Mocht ik een tweede deel schrijven dan laat ik hem op de eerste pagina overlijden. Ik zorg ervoor dat hij overreden wordt door een auto. Een ziekenwagen.