vrijdag 30 september 2011

Italiaanse pulp

Tex door Jordi Bernet
Tex door Colin Wilson
Dylan Dog
Mijn moeder weet dat ik het nieuws slecht bij houd, dus zij stuurt een sms'je als ik iets moet weten. Een paar dagen geleden kwam het berichtje binnen dat Sergio Bonelli dood was.
Bonelli was de uitgever van verschillende langlopende series op A5 formaat, zwart wit boekjes van 96-300 pagina's die maandelijks uitkwamen.
De bekendste titels in Nederland zijn denk ik de western Tex en de humoristische horrorserie Dylan Dog.
Ik moest denken aan een Engelse uitgever die mij aansprak op een stripbeurs. Hij vond van mij 't Landje geweldig, maar de rest van mijn werk kon hij niet waarderen: dat leek wel op Bonelli werk. Zijn belediging mistte doel: "Wat is er mis met Bonelli strips," vroeg ik, "daar ben ik gek op."
Hij dus niet, maar hij gaf me wel zijn kaartje: misschien kon hij wat voor me betekenen, ik moest maar eens op zijn website kijken.
Die site heb ik nooit bezocht, met uitgevers die gruwen van Bonelli strips wil ik niets te maken hebben. Dan maar geen carrière in Engeland.
 

donderdag 29 september 2011

vogelvrij

Rien Poortvliet had denk ik een hekel aan vogels
Ik las dat de ooievaar in de 17e eeuw de meest voorkomende grote vogel was, maar dat die status tegenwoordig is overgenomen door de reiger.
Dat lijkt me stug. Op weg naar huis na de stripdagen in Breda zagen we ooievaars op de lantaarnpalen in de berm van de snelweg staan. Het waren er honderden, kilometers lang stond op elke paal zo'n beest. De gemiddelde Brabander zal er wel niet meer van opkijken, maar wij vonden het fascinerend.
Het zal wel niet lang duren of er staat een groep jagers op die deze plaag te lijf wil gaan.

woensdag 28 september 2011

Kapitein Pulp

Omdat ik een grote fan ben van de Roodbaard omslagen door Yves Thos, kon een eigen piraten omslag niet uitblijven. Mijn piraat heeft dan geen rode baard, hij heeft in ieder geval wel een rood neusje.
Voor de vastgeketende vrouw gebruikte ik een modelschilderij dat ik bij atelier Sanne gemaakt heb. Het model zat niet vastgeketend, want zo lollig zijn ze bij Sanne nou ook weer niet.

dinsdag 27 september 2011

Roodbaard

Een van de allereerste strips die mij greep was Roodbaard de Piraat. Het mooiste vond ik wel de voorkant, een afbeelding van Roodbaard met een paar collega's, geschilderd door Yves Thos (1935). Behalve van Roodbaard ken ik zijn werk van de Tanguy en Laverdure omslagen. Zijn werk heeft het vooroordeel in mijn hersens geplant dat strips het mooiste zijn met een geschilderde voorkant.
Thos heeft veel posters gemaakt, maar tegenwoordig schildert hij vooral jonge vrouwen. Volgens eigen zegge omdat hij schoonheid wil weergeven. Zijn werk heeft inderdaad die frisse kleurtjes die aan posters doen denken. Ik heb niets tegen frisse kleuren of tegen jonge vrouwen, maar ik zie van hem toch liever oude piraten.

maandag 26 september 2011

de Nederlandse Mad

Al jaren is er geen Nederlandse editie van het satirische blad Mad verschenen, tot deze week. Fantastisch dat we er weer een stripblad bij hebben.
De feestelijke uitreiking van het eerste nummer werd verzorgd door iemand die ik ken van een TV reclame waarin hij ons op hysterische wijze naar de Mediamarkt probeert te lokken.
De eerste Mad werd in ontvangst genomen door ene Bob, blijkbaar bekend van de evergreen 'Zal ik jou eens even in je bek schijten'. De middag werd verder opgeleukt door een aantal stand up comdedians, die zich ergerden aan het feit dat er door de aanwezige feestvierders niet om hun grappen gelachen werd. Terwijl ik de laatste, hoe hij heette weet ik niet meer maar hij droeg een bril, toch erg leuk vond. Vooral zijn act over een vrouw die sigaretten rookte met haar kut was erg smaakvol.
Tijdens de bijeenkomst werd mij gevraagd of ik een bijdrage aan de Mad geleverd heb, maar dat is niet zo. Een voorstel dat ik gedaan heb bleek niet geschikt, en voor verdere inzet heb ik geen tijd gehad.
Pulpman vindt ook niet dat ik voor de Mad tijd moet vrij maken: "Als je satire wilt maken doe je dat maar in míjn blad" schreeuwde hij de laatste keer dat ik hem sprak.

zondag 25 september 2011

Red Sonja

In het boek met fantasyfiguren van Dark Dragon Books staat een Red Sonja van The Tjong Khing. Ik ben een groot bewonderaar van zijn werk en kan zijn gedachtes meestal goed volgen, maar van deze Sonja begreep ik niet veel. We zien een anorexia type met armpjes zo dun dat ze een grote dolk nog niet kan optillen, laat staan een groot zwaard. Ik liet de plaat aan mijn vrouw zien (gisteren had ik de vergissing gemaakt te schrijven dat ze in de Knippie las, een blad vol kindermode, en dat was tegen het zere been: ze blijkt de Knip te lezen) en riep: "Kijk, Khing kan ook geen stoere mensen tekenen."
"Ik vind hem wél heel leuk", zei ze. Wat heeft dat er nou weer mee te maken, van mij verwacht ze toch ook dat een stoere held er stoer uitziet.
Ik sprak de uitgever van Dark Dragon Books over het project, maar de verkoop van de originelen was hem wat tegengevallen. Als ik me goed herinner was er maar een verkocht, die van Khing. "Maar die was toch niet stoer", zei ik. "Misschien niet, maar mensen vonden hem wél leuk."
Sonja hoeft dus niet stoer te zijn, als ze maar leuk is.

zaterdag 24 september 2011

stoerdoenerij

Een paar dagen geleden was 'Die hard" met Bruce Willis op televisie, een fantastische film: stoerdoenerij van het begin tot het eind, daar hou ik van. Stoerigheid zelf maken gaat me misschien minder goed af. Ik was gevraagd door Dark Dragon Books om voor een promotieboek een fantasy figuur waar zij de boeken van uitgaven in eigen stijl vorm te geven: Hercules. Mijn kans om ook eens een glimmende borstkas te maken. Toen mijn prent klaar was liet ik hem aan mijn vrouw zien.
"Tja," zei ze, "daar was ik al bang voor. Hij is niet overtuigend, het lijkt meer een verklede vent in een sloot, die stoer probeert te doen."
Godver, dat heb ik weer.
Ze deed er nog een schepje bovenop: "Jij hebt zelf ook niets stoers in je, en dat vind ik juist zo leuk aan je".
Dat troostte mij in het geheel niet, je hoeft zelf niet stoer te zijn om het te kunnen verbeelden: "Ik maak wel een nieuwe, Conan of zo, die van stoerigheid uit het doek springt."
"Goed hoor," glimlachtte ze, en ze bladerde weer verder in de Knippie.
Het maken van een Conan is er nog niet van gekomen.

vrijdag 23 september 2011

een test

Empire USA deel 6, getekend door Reculé
Amerikaanse comics worden over het algemeen fabrieksmatiger gemaakt dan Europese, zodat ze sneller kunnen verschijnen. Veel lezers vinden de hoge verschijningsfrequentie belangrijker dan de grotere detaillering en verfijning van de Europese strip.
Om beide kwaliteiten te combineren kwam de Franse uitgeverij Dargaud met de serie Empire USA op de markt. Eén verhaal, door één schrijver geschreven, maar door meerdere tekenaars in beeld gebracht zodat er kort achter elkaar 6 albums konden uitkomen.
Ik vroeg me af of zo'n project ook wat voor mij zou kunnen zijn, of ik een van die zes tekenaars zou willen zijn. Om dat idee te testen heb ik een tamelijk willekeurige pagina uit een van de albums in mijn stijl getekend. Ontzettend leuk om te doen, maar toen ik klaar was kwam de twijfel: wat moet ik nou eigenlijk met deze pagina? En de vraag of zo'n project wat voor mij zou zijn heb ik ook niet kunnen beantwoorden.

donderdag 22 september 2011

ruggen

Ruggen door Sieffert
Bij de modelschilderclub hoorde ik de stelling dat blote ruggen beter verkopen dan blote voorkanten. Vooral vrouwen schijnen het vervelend te vinden als er een blote vrouw aan de muur hangt die er beter uitziet dan zij. De Franse schilder Paul Sieffert ( 1874-1957) maakte er zijn werk van om vrouwelijke achterkanten te schilderen. Zelf heb ik naast mijn modelstudies maar één keer een rug geschilderd. De stelling lijkt te kloppen: meteen verkocht.

woensdag 21 september 2011

rug

Tijdens het modelschilderen was er overleg nodig: een subgroepje wilde graag een rug. Ik vroeg aan de woordvoerder waarom, ik hou juist wel van gezichten. "Die zijn makkelijker te verkopen", zei hij. Ik was niet overtuigd: "Hoeveel ruggen heb je al verkocht?" Hij ging niet op mijn vraag in, dus ik heb mijn vermoedens.
Ik denk dat Velasquez (1599-1600) met hetzelfde probleem worstelde: de voorkant met borsten en schaamhaar is te confronterend voor bepaalde toeschouwers, maar het gezicht willen ze wel zien. Hij heeft zijn Venus daarom in een spiegel laten kijken.
Ik heb nog overwogen om mijn model ook een spiegel te geven, en besloten het toch maar niet te doen. Gezichten schilder ik wel weer een andere keer.

dinsdag 20 september 2011

Minck Oosterveer

Claudia Brucken, getekend door Minck Oosterveer
Afgelopen weekend is striptekenaar Minck Oosterveer overleden, hij kreeg een ongeluk met zijn motor. We kwamen elkaar voor het eerst tegen bij de opening van de professor Ich winkel in Haarlem, dat zal ongeveer in 1990 geweest zijn.  Iemand wees hem aan: "Die man die daar tegen de achtermuur staat is Minck Oosterveer."
"Oh, je bedoelt die leernicht?"
"Dat is geen leernicht gek, hij rijdt motor."
Ik ben niet zo op de hoogte van de verschillende modes, voor mij is een leren broek een leren broek. Minck en ik hebben daar gepraat, we hadden allebei contacten bij Lombard, hij tekende in die dagen Claudia Brucken. Daarna zagen we elkaar nog vaak op stripbeurzen, waar we altijd even met elkaar spraken. Zeker in Valkenswaard, waar ik met hem kon meerijden naar ons hotel.
Tijdens de stripdagen in Breda sprak ik hem voor het laatst, over zijn nieuwe plannen. Hij verwachtte de tekenaar te worden van de Amerikaanse uitgave van 'the Shadow', en misschien wilde hij toch een nieuw verhaal van 'Ronson inc' maken. Ik zal hem missen.
Een Claudia Brucken stripje, dat ik maakte om Minck  te feliciteren met het behalen van de stripschapsprijs.

maandag 19 september 2011

golven

In musee Boudin in Honfleur was een speciale zomertentoonstelling van maritieme taferelen. Een van de fraaiste schilderijen vond ik een groot werk van de Nederlandse zeeschilder Louis Meyer (1809-1866). Meyer is mijn golvenheld: ik ken geen schilder bij wie ik de golven mooier vind: fantastisch transparant water en toch geloofwaardig.
De golven die ik deze week zelf gemaakt heb overtuigen mij minder. Gelukkig heb ik nog meer illustratieopdrachten met golven liggen, volgende week een nieuwe ronde met nieuwe kansen.

zondag 18 september 2011

salonkunst

De kleine provincie musea in Frankrijk bieden vaak de mooiste verrassingen. De Franse overheid kocht in de 19e eeuw schilderijen op de jaarlijkse kunsttentoonstelling 'de salon' en verspreidde die aankopen over het land. Mijn vrouw en ik zoeken die musea op, deze vakantie stuitten we op Musee Boudin in Honfleur. Boudin (1824-1898) is vooral bekend vanwege zijn strandtaferelen.
Wat bij binnenkomst in het museum meteen opviel was een gigantisch salon schilderij van Alfred Guillou (1844-1926), een raadselachtig geheel:  een omgeslagen zeilboot met een verdronken jongetje, iemand probeert nog mond op mond beademing toe te passen. Of geeft hij het knulletje een afscheidszoen, ten slotte heet het werk 'adieu'? Misschien is die man de vader van de jongen, maar waarom heeft hij bovenkleding aan en de jongen niet? Of gaat het om iemand van een reddingsbrigade?
Zo'n schilderij inspireert mij enorm, ik zou zelf wel een schipbreuk willen schilderen. Deze week greep ik mijn kans bij een illustratieopdracht. Het schilderij is meters hoog, mijn illustratie nog geen 10 centimeter, een vergelijking slaat nergens op. Maar tijdens het werken zat ik aan Guillou en de vakantie in Frankrijk te denken, en daar werd ik dan wel weer heel vrolijk van.

zaterdag 17 september 2011

einde

De reacties op mijn blog van een paar dagen geleden over het einde van Pulpman waren veel heftiger dan ik verwacht had. Zelf wil ik ook absoluut niet stoppen, maar de interesse moet wel in verhouding staan tot de hoeveelheid werk.
Volgens een reageerder ligt er een probleem in de uitvoering van het blad, hij vond dat er een kleurenblad op A4 formaat voor volwassenen moest komen. Dat vinden we waarschijnlijk allemaal, maar welke uitgever is bereid daarin te investeren? De uitgever van de Playhouse is volgens mij voor het laatst gezien toen hij Nederland uitvluchtte, schuldeisers op de hielen.
De laatste cover voor Pulpman heb ik een tijdje geleden al geschetst. Mijn held is aan het einde van de reis naar beneden gekomen. De trap was omgeven door muren, hij ziet nu pas waar hij terecht gekomen is: helemaal nergens. Maar wie weet ligt er wel net buiten beeld een bootje, en kan de reis toch voortgezet worden.

vrijdag 16 september 2011

western art

 "Wat kosten die schilderijen van je?" Achter me hingen 22 omslagen, voornamelijk van Pulpman, maar ook van boeken als 't Landje en Afgezaagd. Op de vraag had ik me voorbereid: "€ 600,- "
"En hoeveel zijn er al verkocht?"
"Niet één."
"Waarom maak je ze dan niet wat goedkoper?"
"Omdat ik ze voor minder niet kwijt wil."
Op de beurs kocht ik de nieuwste aflevering van het blad 'Illustration', het hoofdartikel ging over Tom Lovell. Ik las: "The booming interest in Western art through the '70s and into the '80s enabled Tom to achieve of over $ 100,000 each for a number of his paintings."
Misschien moet ik inderdaad mijn prijzen maar wat aanpassen. De volgende keer vraag ik € 6000,-

donderdag 15 september 2011

beurskorting

Er was in Breda op de stripbeurs een vent geïnteresseerd in een van de omslagen die er hingen. Gelukkig heb ik hem niet gesproken want volgens mij was het een zeikerd: hij was het niet eens met de prijs.
Volgens hem waren ze de vorige beurs veel goedkoper, werd mij verteld. "Onzin," riep ik,"ze hebben nog nooit op een beurs gehangen. Ja, de illustraties die ik voor de Penthouse gemaakt heb hingen in Haarlem, maar die waren op papier. Dat was een heel ander soort werk."
De standhouder wist natuurlijk ook niet wat hij met mijn reactie aanmoest: "En wat doen we als hij straks terugkomt?" Gelukkig wist ik het wel: "Voor hem zijn ze € 200,- duurder, en geen cent minder!

woensdag 14 september 2011

Rits

Rits is failliet. Op zich kan dat blad me niet zo veel schelen, ik las het nooit, maar Rits was één van mijn opdrachtgevers: ik maakte voor hen nieuwe afleveringen van de strip Frans en Suzanne. Dat was fantastisch om te doen, maar het hoeft dus niet meer. Jammer en heel vervelend, want als schuldeiser sta ik natuurlijk achter in de rij.
Om mezelf wat op te peppen heb ik een nieuw verhaal over Frans en Suzanne geschreven, van 15 pagina's. Nu nog een blad zoeken die het plaatsen wil.

dinsdag 13 september 2011

chagrijn

Gisteren lag ik de hele dag chagrijnig op bed. Ik ben even opgestaan om een chagrijnige blog te schrijven, en dat was het wel. Ik was het hele weekend op het stripfestival in Breda omdat we een speciale Pulpmanstand hadden.
De stand zag er mooi uit met posters en originele omslagen, de sfeer op de beurs was prima, en Phinny en Haas werden goed verkocht. Maar bijna geen Pulpmannen, misschien 5 of 6. Zondagavond was ik weer thuis en de twijfel sloeg toe: waarom zouden we al die Pulpman moeite doen als het blijkbaar niemand interesseert?
Toen ik maandagmiddag nog in bed lag wist ik het zeker: ik moet iets anders gaan doen, want dit was het niet waard.

maandag 12 september 2011

afgekeurd

Een maand geleden waren we bijna klaar met Pulpman 12, alleen de achterkant moest nog worden gemaakt."Dan plaatsen we toch de cover van Phinny", zei de uitgever, "maken we reclame voor jouw nieuwste product." Ik vond het geen goed idee, ik wil altijd iets speciaals op de Pulpman achterkanten. Ik maakte daarom een nieuw omslag voor Phinny, met een andere uitstraling. De meningen zijn verdeeld, maar ik vond het nieuwere omslag meer geschikt voor het boekje, de eerdere kon dan op de achterkant van Pulpman. Een paar dagen geleden zag ik het resultaat: dwars over mijn illustratie staat 'Afgekeurd'. De uitgeefster zag dat ik niet enthousiast reageerde. "Je bent toch niet beledigd?" vroeg ze. "Tuurlijk niet, maar het is niet waar," piepte ik. Het tegenovergestelde effect van wat ik beoogde wordt nu bereikt: het lijkt nu of afgekeurde shit altijd nog goed genoeg is voor dat blad.
Misschien moet ik maar eens stoppen met Pulpman en een hobby kiezen.

zondag 11 september 2011

achterhoofden

Een van mijn favoriete Amerikaanse illustratoren uit de tweede helft van de 20e eeuw is Tom Lovell. Hij begon in de jaren 30 met het illustreren voor de Pulps, bladen die zo heten omdat ze op slecht papier waren gedrukt. Hij klom in de jaren 40 op naar illustratiewerk dat iets hoger in aanzien stond: familiebladen en omslagen.
Ik heb een pocket met een omslag van Lovell uit 1949, "Stranger in Paris" door Somerset Maugham. Een vrouw kleedt zich uit, een vent zit toe te kijken, hij kijkt naar haar rug. Het had mij spannender geleken als hij onderuit gezakt op een bank of zo naar haar had zitten staren, we zien nu wel erg veel achterhoofden. En zo vormde zich langzaam het idee voor een cover van Pulpman. Nummer 12 is uit, dit schetsje is het begin van Pulpman 13.

zaterdag 10 september 2011

Man's Epic

Een van de onderwerpen die vaak voorkwam op de omslagen van de pulpbladen uit de jaren zestig is de Duitse SS: kampbeulen die weerloze slachtoffers afrossen met zwepen of iets dergelijks. Vrouwelijke slachtoffers uiteraard, liefst schaars gekleed, want het moest wel leuk blijven.
Een pastiche voor Pulpman kon natuurlijk niet uitblijven. De rollen tussen de gekerfde en de kerver heb ik wel omgedraaid, we leven ten slotte niet meer in de jaren zestig, de Dolle Mina's hebben niet voor niets gestreden.
De uitgever belde: of ze die swastika iets van vorm mochten veranderen. "Tuurlijk", zei ik, "geen probleem. Maar waarom eigenlijk? Iedereen begrijpt toch wel dat dit omslag verwijst naar die genrebladen van vroeger?"
"Misschien wel, maar we zijn toch bang dat een swastika de goede naam van Pulpman zou kunnen schaden." Pulpman een goede naam, dat is voor mij dan weer een nieuwtje.