donderdag 30 juni 2011

Cleopatra

Voor de achterkant van een Pulpman heb ik een Cleopatra gemaakt. De basis was een modelschilderijtje van 30 x 40 cm. Een panter erbij, nog een panter, wat hiërogliefen, ik zocht naar een laat 19e eeuwse uitstraling. Bijna alle salonschilders uit die tijd, Gerome, Alma-Tadema, Cabanel om er maar een paar te noemen, hebben prachtige Cleopatra's gemaakt. Mijn poging vond ik niet serieus genoeg, te klein ook, en daarom kwam er een tweede. Nu op groter formaat, 80 x 100 cm, gebruikt voor de achterkant van Pulpmania. Om mijn nieuwsgierigheid definitief te bevredigen lijkt het me een goede zaak om binnenkort toch maar eens aan een laatste versie te beginnen.

woensdag 29 juni 2011

wapens

Van mijn moeder mocht ik vroeger niet met wapens spelen. Waarom niet heb ik nooit begrepen. "Ik hou niet van oorlog" zei ze als ik er weer om zeurde, maar dat overtuigde me niet. Ik vind nu nog steeds dat ik toen al gelijk had. Ik had bijvoorbeeld wel veel dinky toy autootjes maar dat betekent niet dat ik nu een rijbewijs heb.
Mijn vriendjes hadden wel klappertjespistolen, gevuld met patronen op roze papieren rolletjes, en zij schoten mij constant overhoop. Ik had dan wel een mooi indianenpak, maar met een verentooi kun je niet iemand dood meppen.
Een paar jaar geleden zag mijn vrouw in een winkel in Frankrijk levensechte replica's van pistolen en revolvers. Er waren er zoveel dat ze niet kiezen kon en ze met niks thuis kwam.
Mijn dochter begrijpt mij beter, die bracht een keer een revolver voor me mee. Sindsdien neem ik dat ding in de hand als ik een handvuurwapen moet tekenen, maakt niet uit of dat een revolver of een pistool is.
Mijn hand met die revolver teken ik dan in de stand die ik nodig heb, via een spiegel als ik de kant van mijn hand moet tekenen die ik niet goed kan zien. En dan roep ik er zo nu en dan "Paw paw" bij, ik moet me wel goed inleven natuurlijk.

dinsdag 28 juni 2011

omslag

Het is tijd om aan het omslag voor het boek van Phinny te werken. Ik moet nog een behoorlijk aantal pagina's, ongeveer 30, maar zo'n omslag duurt wel even. Na een laag verf laat ik de olieverf goed drogen, en dat duurt meestal langer dan een week, als ik dik geschilderd heb wel twee weken.
In de schets heb ik Liz liggend op een bed, een schaduw valt gedeeltelijk over haar heen. Ik hoop dat er dreiging van die schaduw uitgaat, de kijker moet zien dat dit niet goed gaat aflopen. Wordt dit een verkrachting, gaat dit pijn doen? En toch weert ze zich niet af, wat is er toch aan de hand?
De opzet heb ik dik geschilderd, het gaat wel even duren voor ik weer verder kan.

maandag 27 juni 2011

illustraties

In het boek "N.C. Wyeth" door Kate Jennings staat een foto van Wyeth bij een aantal van zijn illustraties. Twee van die illustraties heb ik op internet gevonden, ze zijn gebruikt in augustus 1914 in Scribner's magazine.
Wyeth staat er op de foto stoer bij, houdt één van de illustraties vast, ik schat het ding op minstens een meter hoog. Dat zijn nog eens illustraties, niet een zielig velletje papier van 20 centimeter, maar een olieverf schilderij van een behoorlijk formaat.
Wil ik ook, dacht ik meteen toen ik het zag. Een illustratie van minstens een meter groot. Lekker grof geschilderd, het moet toch enorm verkleind worden.
Ik koos ervoor een scene te schilderen uit een Pulpman verhaal dat ik al wel geschreven maar nog niet getekend had. Het verhaal ging over een vrouw die de schuld krijgt van de moord op haar man, maar ze is onschuldig. De ware dader is de pop pulpman, vreemd genoeg wil niemand haar geloven.
De strip heb ik nog niet getekend, en misschien komt dat er ook wel nooit van. De illustratie is wel afgekomen, geschilderd op 80 x 120 cm, en is gebruikt voor het omslag van Pulpmania.

zondag 26 juni 2011

cliché rechercheur

In de jaren 60 was er een tv serie die een behoorlijke indruk op me achter gelaten heeft: Commissaris Maigret. Ik heb er niet zo veel afleveringen van gezien, mijn moeder zal het wel te laat voor me gevonden hebben, maar ik heb die vent met dat hoedje nog goed in mijn geheugen.
Ook heb ik diverse films gezien met Jean Gabin in de rol van Maigret. Als ik nu een politie-inspecteur of commissaris moet tekenen is het altijd zo'n soort type: een grote dikke kerel van middelbare leeftijd, chagrijnig, hoed op en een trenchcoat aan.
In Phinny komt een politie-inspecteur voor, uiteraard een figuur als Maigret. Ik weet ook wel dat er tegenwoordig niemand meer zo bij loopt, maar dat is nou eenmaal het cliché waar ik van hou. Alleen is mijn inspecteur Rico driftig en jaloers, en hij rookt geen pijp.

zaterdag 25 juni 2011

overacting

The heart of Juliet Jones is een krantenstrip die van start ging in maart 1953. Tekenaar Stan Drake is geïnspireerd door de strip Rip Kirby van Alex Raymond, maar zijn strip heeft toch een heel ander karakter. De figuren van Raymond zijn elegant, stijlvol, sophisticated,
Drake richt zich meer op het acteren van de figuren. Hij overdrijft de emoties zo dat het soms karikaturaal wordt, iemand is niet blij maar hysterisch; verdriet wordt zo uitvergroot dat de tranen van het plaatje spatten, enzovoorts.
Die grens opzoeken van acteren naar overacteren is voor mij een grote uitdaging. Als een vent een klap gaat uitdelen teken ik de hand wat groter dan realistisch is en ik maak hem ook wat hoekiger, zodat die hengst nog harder aankomt. Alsof er een brok steen aan het uiteinde van de arm zit, knuisten die pijn kunnen doen.
Maar een dag later ga ik twijfelen. Is dit niet wat overdreven, moet ik niet een mooier handje tekenen en dat over die klomp heen plakken? Ik heb de grove hand laten staan. Tot nu toe.

vrijdag 24 juni 2011

moffenhelm

Op 29 juni ligt het tweede deel van Haas in de winkel. Ik was bezig met het tekenwerk ervan  toen mijn schoonmoeder belde. Ze wist dat ik met een project bezig was dat zich tijdens de tweede wereldoorlog afspeelde en vroeg me of ik een Duitse helm wilde hebben die bij haar in de schuur lag.
Als ik het me goed herinnerde had mijn schoonvader die in 1945 meegenomen van het lijk van een Duitse soldaat die hij in de duinen gevonden had. "Nou graag," zei ik. Even later kwam mijn vrouw thuis. Ik riep enthousiast: "Ik krijg die moffenhelm van je ouders." Haar reactie viel tegen:" Gat nee hoor, dat ding wil ik niet in mijn huis." Oké, dan niet.
Later surfte ik voor de tweede wereldoorlog documentatie op allerlei obscure sites en ik zag een schitterende SS pet te koop staan, een echte. Zou die wel mogen?

donderdag 23 juni 2011

De verzetsgroep

Tijdens het koffiedrinken begon ik een tekening te schetsen voor mijn blog. Ik wilde bovenaan een soort fries van stripfiguren hebben. Ik begon met Phinny en Liz, rechts Frans, links Pulpman. Ik was te groot begonnen en moest nog een velletje aan mijn papiertje vastplakken voor Suzanne, Simon Donkersloot , Ben Elli en Simone. Donkersloot en Ben Elli zijn twee figuren die ik niet zelf bedacht heb maar Rob van Bavel, de schrijver van Haas. De strip Haas gaat over een verzetsgroep tijdens de tweede wereldoorlog. De leider is een priester met de schuilnaam Haas en de rest van de groep is daarnaar vernoemd.
 Door zijn vooraanstaande rol in de gemeenschap weet de priester veel van wat er speelt, maar de man van de actie in de groep is Simon Donkersloot. Simon schuwt het geweld niet en gaat daarbij voor sommigen in de groep veel te ver. Binnen een week ligt het tweede deel van Haas, "Blind vertrouwen", in de winkel.

woensdag 22 juni 2011

sterren

Zondag 26 juni wordt het televisieprogramma van "Sterren op het doek" waaraan ik heb meegewerkt opnieuw uitgezonden. Door het vele stripwerk kom ik de laatste tijd wat minder aan schilderen toe. Na dit schilderij van Yvon Jaspers heb ik nog twee serieuze schilderijen gemaakt: een portret van mijn dochter en een van mijn vrouw. Dat zijn onderwerpen waar ik altijd genoeg tijd voor heb.

dinsdag 21 juni 2011

Rip Kirby


De poppetjes die het beste acteren vind ik in de krantenstrips uit de jaren vijftig. Gelukkig worden die de laatste tijd herdrukt: January Jones, On stage, Big Ben Bolt. En de strip met volgens mij de mooist getekende figuren: Rip Kirby door Alex Raymond.
Pulpman 11 komt binnenkort uit en voor dat nummer heb ik een parodie op Rip Kirby gemaakt. Ik heb niet geprobeerd om het precies in de stijl van Raymond te tekenen, dat lukt mij toch niet. Het is dus een beetje van Raymond en een beetje van mezelf.

maandag 20 juni 2011

zwart wit

Het complete verhaal van Phinny is geschetst. De uitwerking doe ik in willekeurige volgorde, vandaag heb ik pagina 75 aangepakt.
Op pagina 74 wordt een vent door de politie achtervolgd. Hij kan niet verder als hij op water stuit. Terug is geen optie omdat er een drietal agenten aan komt, hij springt in het kanaal. Het laatste plaatje had ik vrij grafisch geschetst: witte voeten afstekend tegen een zwarte achtergrond.
Tevreden over die grafische werking besloot ik pagina 75 ook grafisch te maken: poppetjes als silhouet tegen een witte achtergrond en grote zwarte vlakken. Op pagina 76 komen dan wel weer pratende hoofden. Afwisseling van verschillende soorten pagina's vind ik onontbeerlijk, maar uiteindelijk zijn voor mij acterende poppetjes toch het belangrijkste in een strip.

zondag 19 juni 2011

een investering






Op Koninginnedag gaan mijn vrouw en ik altijd op koopjesjacht. Zij zoekt vooral bloempotten en ik kijk of ik oude strips kan vinden. Dit jaar zag ik plotseling in een bak een schitterende politieauto. "Kost-ie" vroeg ik met een gezicht alsof het me niets interesseerde. Volgens mij betaal je minstens het dubbele als je te gretig bent, zelfs als de verkoper een kleuter is. "20 cent", piepte het ventje. Dat moet lukken, zo'n investering is de strip Phinny mij wel waard. Ik grutte nog even verder in die bak en vond ook een mooie brandweerauto.
Halverwege het Phinny verhaal breekt er brand uit, dus die komt wel van pas. "Dan moet je die ziekenwagen ook nemen," vond mijn vrouw, "dan heb je het setje compleet."
Het jochie keek zo blij dat ik niet durfde te zeggen dat ik die ziekenwagen niet nodig had. Nou ja, vooruit dan maar. Die rommel ik er op een andere pagina wel tussen. Op die hele koninginnemarkt geen knappe strip gezien, overigens. En ook geen bloempotten.

zaterdag 18 juni 2011

inburgeraars

In het stukje "kwijlen" schreef ik over een illustratieopdracht van een meisje die haar tanden poetst. Het is een van de tekeningen in een serie voor het boek "Lezen voor inburgeraars" door Elizabeth Termeer, wat dit jaar uitgegeven wordt door uitgeverij Coutinho. Een strip als Phinny houdt mij voor lange tijd in een wurgende greep, dan is het illustreren van zo'n boek een verademing. Geen strip, en toch heel leuk om te doen.

vrijdag 17 juni 2011

Kwijlen

Geen idee waarom, maar ik hou van kwijlende mensen. Niet in het echt natuurlijk, ik vind kwijlende mensen walgelijk, maar om te tekenen vind ik ze reuze grappig. Die voorkeur wordt niet door iedereen gedeeld: ik moest laatst voor een opdracht een meisje tekenen dat haar tanden poetst. Op de schets tekende ik haar hele mond onder de vlokken. De auteur gaf als reactie: Misschien kan er iets minder tandpasta rond Halima's mond. Tuurlijk, geen probleem, die auteur had gelijk. Op een pagina van de strip Phinny poetst Liz haar mond, heerlijk veel schuim.
Als het om kwijlen gaat hoeft het van mij niet om tandpasta te gaan. Op een beurs vroeg iemand over het omslag van " 'n net meisje": Wat heeft zij nou op haar kin? Yoghurt, riep ik. Maar die mevrouw geloofde daar niets van.

donderdag 16 juni 2011

spijbelen

Tijdens het maken van een lang verhaal als Phinny zijn er momenten dat ik geen zin meer heb en even iets heel anders wil doen. Dan wil ik lekker tekenen zonder me erover te bekommeren of ik wel netjes tussen de lijntjes blijf. De strip "Frans en Suzanne" is dan een uitkomst.
Een verhaaltje had ik al eerder bedacht: Frans en Suzanne zijn geroerd door de lente en besluiten een kind te maken, een meisje dat ze Spring willen noemen. Even een paar potloodlijntjes zetten en krassen maar. Een liniaal is niet nodig en er zijn geen ingewikkelde achtergronden waar documentatie voor vereist is, heerlijk. Hoe kwader en chagrijniger ik Frans teken, des te vrolijker word ik. Na een paar uur, die toch wel een beetje als spijbelen voelen, zijn er twee pagina's klaar en kan ik weer met een hernieuwd elan aan het echte werk verder gaan.

woensdag 15 juni 2011

Manga


 Een vriend was voor een congres naar Japan en hij nam een manga voor me mee, geweldig cadeau. Wat ik zo inspirerend vind is het vertel ritme, er wordt niet geprobeerd zoveel mogelijk verhaal in een beperkt aantal pagina's te proppen. Het verhaal krijgt alle ruimte, er wordt niet gekeken op een paar pagina's meer. De eerste versie van het scenario van Phinny had ik geschreven op 46 pagina's. Maar dat vond ik toch niet de ideale lengte voor het verhaal. Ik hou er wel van als twee figuren maar wat zitten te ouwehoeren in een restaurant en daarbij ook naar buiten zitten te staren. Meer pagina's dus, in het geval van Phinny was 101 pagina's veel beter. Mijn manga, maar dan zonder grote ogen. 



dinsdag 14 juni 2011

studie van Liz

Een paar maanden geleden werd de werkdrukte minder. Het tekenwerk van het derde deel van de serie "Haas" was klaar en ik kon nog niet volledig van start met het volgende project. Ik had dus weer tijd om te schilderen en ik heb een studie van Liz gemaakt. Ze hangt op de bank met een kussentje op schoot. Dat ze zo graag op de bank ligt wist ik op dat moment nog niet. Anders had ik misschien wel voor een liggende pose gekozen.
Het schilderij hangt in de strip bij Liz en Dave aan de muur en is te zien op het het één na laatste plaatje van de pagina van gisteren, tussen de neus en de hand van Dave.

maandag 13 juni 2011

Meer helden

Mijn heldin is dus Phinny. Maar nu ik een tijd aan het verhaal werk vind ik het echtpaar Liz en Dave ook wel intrigerend, en dan vooral Liz. Thuis ligt ze voornamelijk op de bank met een glas wijn onder handbereik. Wat ze op haar werk uitvoert weet ik eigenlijk niet. Ze heeft rechten gestudeerd, maar dat zegt natuurlijk niet zoveel.  Misschien moet ik maar aan twee helden gaan denken: Phinny de hoofdserie en daarnaast de spin-off Liz.

zondag 12 juni 2011

Een held

Het leek mij fantastisch om meerdere verhalen te schrijven over dezelfde figuur, en dan bedoel ik niet een rare clown als Pulpman of een stel met vreemde neigingen als Frans en Suzanne, maar over een echte held. Of heldin in dit geval want Phinny ontstond, een privé detective.
In dit eerste verhaal staat ze Dave bij, een collega die in de problemen raakt. Dave vertrouwt zijn vrouw Liz volkomen, hoewel haar gedrag juist aanleiding tot wantrouwen geeft.

zaterdag 11 juni 2011

Het is mijn bedoeling om op dit blog te laten zien waar ik mee bezig ben. Laat ik dan maar beginnen met de pagina die ik gisteren afgemaakt heb, een pagina uit een strip waar ik de laatste maanden aan werk.