zaterdag 31 december 2011

prijs

Eric Heuvel heeft de stripschapsprijs gewonnen. Dit jaar verscheen er een nieuw verhaal van de serie January Jones in de Eppo, over een ontvoering tijdens de Spaanse burgeroorlog. Maar zijn belangrijkste werk is denk ik zijn trilogie over de tweede wereldoorlog, een geschiedenisboek voor de jeugd. Heuvel tekent in de stijl van Kuifje, en dat is geweldig geschikt voor dit doel: de plaatjes zijn heel helder en heel precies, iedereen kan prachtig zien hoe alles er toen uit zag.


Het tweede wereldoorlog project waar ik aan werk, Haas, zit anders in elkaar. Ik sprak een keer op een beurs een geschiedenisleraar die Haas in de les wilde gebruiken.
 "Ik weet niet of dat wel zo'n goed idee is," zei ik hem. "Wij willen vooral een spannend verhaal maken en als dat niet helemaal klopt met de feiten, dan doen we het toch."
"Dan laat ik de kinderen de fouten opsporen", opperde hij.
 "Geweldig plan," riep ik, "moet u doen! Hoeveel exemplaren wilt u?"

vrijdag 30 december 2011

chagrijnige held

Iemand vroeg me hoe het nu verder ging met de vrouw die getuige was van de shoot out met de onomatopeeën, de pagina uit 'de schuilplaats' die ik een paar dagen geleden liet zien. Niet zo best, eigenlijk. Eerlijk gezegd had mijn hoofdpersoon Matt van de strip 'de schuilplaats' behoorlijk de pest in. Van een 'en ze leefden nog lang en gelukkig' kon dan ook dit keer geen sprake zijn.

donderdag 29 december 2011

gebreid en goed

Mijn vrouw verzamelt potten en vazen. Nadeel van die spullen is het volume dat ze innemen: onze hele wc staat vol met bloempotten. Voordeel is dat ze zo leuk om te schilderen zijn, naar aanleiding van de verzameling heb ik een behoorlijk aantal stillevens samen kunnen stellen.
Mijn vrouw is een textielkunstenares in hart en nieren, ze is dus ook heel leuk met lapjes. Ik vind de combinatie van lapjes en vazen ideaal voor mijn stillevens. Over een van die stillevens heeft ze geschreven op haar blog gebreid en goed.

woensdag 28 december 2011

combinatie

Afgelopen vrijdag kocht ik 'The big four' van Agatha Christie. Niet om te lezen maar vanwege het omslag, geschilderd door Everett Raymond Kinstler.

Hij begon eind jaren 40 als striptekenaar, in het Nederlands zijn een aantal westerns van hem verschenen. Halverwege de jaren 50 ging hij steeds minder strips tekenen en maakte hij vooral illustraties, pentekeningen bij romantische verhalen en omslagen voor pockets.

In de jaren 60 stopte hij met illustreren en werd hij een veelgevraagd portretschilder, hij maakte onder andere de portretten van de presidenten Ford en Reagan.
Pulpillustraties, strips en portretschilderijen, een combinatie waarbij ik een zekere verwantschap met mijn eigen werk voel. Misschien moet ik die Obama maar eens een voorstelletje doen. Of zal ik Beatrix een paar Pulpmannen sturen?

dinsdag 27 december 2011

trenchcoat

Afgelopen vrijdag kocht ik op een boekenmarkt een boekje uit de jaren 50 van Somerset Maugham met een omslag van Kinstler. Ik moest het kopen omdat ik een fan ben van Kinstler en omdat op het omslag een vent met een trenchcoat staat. Ik ben gek op trenchcoats. Niet om zelf te dragen, maar op een plaatje staat het altijd goed, zeker op dit omslag. Rechts zit een engerd die een vrouw met een pistool en handboeien dwingt vreemde handelingen te verrichten. Ze grijpt al naar de jas. De man met de jas snapt er helemaal niets van: hij dacht dat hij zich zo goed achter het gordijn verstopt had.
Ik was benieuwd of de scene van het omslag uitgelegd zou worden in de inleiding, maar dat was niet zo. Wel las ik iets, dat aansluit bij mijn blogs over fictie van de afgelopen week: "They (de verhalen in het boek) purpose only to offer entertainment, which I (Somerset Maugham) still think, impentinently, is the main object of a work of fiction."

maandag 26 december 2011

kerstverhaal


Het lijkt me niet dat je affiniteit met een onderwerp moet hebben om het te kunnen tekenen. Hoewel het waarschijnlijk wel helpt. Ik heb zolang ik me kan herinneren het verhaal over Jezus raar gevonden.
Ik heb wel eens een boek gelezen waarin aangetoond werd dat Julius Caesar en Jezus dezelfde persoon waren. Ik vond het een fascinerend boek, en hoe ongeloofwaardig ook, veel geloofwaardiger dan het Jezus verhaal dat ons door de christenen wordt voorgeschoteld.
Misschien heb ik te weinig met het christendom op om een goede kerststal te kunnen tekenen. In ieder geval ben ik niet trots op deze poging.

zondag 25 december 2011

Myth busted

Nast 1881
Laatst hoorde ik weer eens op de radio het verhaal dat de Kerstman in de jaren dertig van de 20e eeuw door Coca Cola geïntroduceerd zou zijn. En al zou Coca Cola hem niet helemaal verzonnen hebben, dan zou toch de huidige iconografie helemaal aan hen te danken zijn. De boodschap is duidelijk: de Kerstman is onecht, commercieel, alleen maar bedacht om zoete bubbeltjes drank te verkopen.
In 1881 tekende de illustrator Nast een Santa die al behoorlijk lijkt op de Santa die wij kennen. Maar zijn uiterlijk staat blijkbaar nog niet vast: Rackham tekent hem als een magere vent, eerder een magere engerd dan een gezellige dikkerd.
Rackham 
1906
Op het plaatje uit 1906 is Santa wel dik en heeft hij een rood pak aan, echter niet de bekende broek maar een tabberd.
1913
Op het omslag uit 1913 staat hij juist met een groen pak, zonder bont.
Leyendecker 1923
Op het omslag uit 1923 van Leyendecker is de iconografie compleet: obesitas, riem, broek, rood pak afgezet met wit bont.
Sundblom 1931
Pas in 1931 maakt Sundblom de eerste Santa voor Coca Cola.

zaterdag 24 december 2011

geluid

Sound effects van Wood
Torpedo van Bernet 
Na al dat serieuze gedoe over literatuur en graphic novels wordt het weer eens tijd om de beuk erin te gooien. Normaliter bemoei ik me niet met de belettering, er zijn mensen die daar mee verstand van hebben dan ik. Maar dit keer kon ik me niet inhouden en heb ik me uitgeleefd op de onomatopeeën, terwijl er niets gezegd wordt.
Het kan nog beter: in de Torpedo strip 'I spit on your cards' getekend door Bernet en geschreven door Abuli van 10 pagina's lang, wordt geen woord gesproken, er zijn alleen onomatopeeën.
De strip 'sound effects' van Wood voor de Mad is misschien een nog bekender voorbeeld.

vrijdag 23 december 2011

tragedie

De uitgever van Pulpman en Phinny, uitgeverij Xtra, geeft ook graphic novels uit, bijvoorbeeld het werk van Joe Sacco.  De Amerikaan Joe Sacco begeeft zich naar gebieden met grote spanningen en hij maakt strips over dat verblijf. Zo maakte hij 'Onder palestijnen', over de problemen tussen israeliers en palestijnen, en 'Moslimenclave Gorazde' over de oorlog in Oost-Bosnie.
Sacco verbleef als journalist eind 1995, begin 1996 in Gorazde; hij doet in het boek verslag van die periode en van de gesprekken die hij daar gevoerd heeft. Het geeft een indringend beeld van de tragedie die daar plaats vond.
Ik heb dat journalistieke en avontuurlijke niet zo in me, ik hou me bezig met amusement. Als Matt bij mij de wapens trekt is het niet mijn bedoeling een tragedie te maken, maar een comedy.

donderdag 22 december 2011

comfortzone

Een paar weken geleden vroeg iemand mij of ik een graphic novel wilde maken. Een graphic novel is een strip voor volwassenen met literaire pretenties. In VPRO gids 52\53 schrijft Maartje Wortel over een goed boek, dat je er iets van moet leren en denken: verdomd, zo had ik het nog niet gezien.
Ik vind het nogal omslachtig om een roman te moeten lezen om iets te leren, non fictie lijkt mij voor dat doel meer geschikt. Maar het is duidelijk, iemand met literaire pretenties moet anderen uit hun comfortzone willen halen en hen iets willen leren. 
Ik denk niet dat ik anderen iets kan vertellen waar ze iets van kunnen leren. Ik ben waarschijnlijk niet arrogant genoeg om graphic novels te willen maken.

woensdag 21 december 2011

ziek

Voorbeeld van een realistisch verhaal: meisje moet haar droomopleiding opgeven omdat ze voor haar terminaal zieke moeder moet zorgen. Ik maakte een schets voor het omslag, de uitgeefster was niet tevreden met mijn poging.
"Ik vind wat je gemaakt hebt verschrikkelijk," schreeuwde ze.
"Dan heb ik de sfeer goed getroffen," riep ik terug, "want het is een verschrikkelijk boek."
"Ja," zei ze, "maar ik moet het toch verkopen."
Dat laatste heb ik nooit begrepen. Waarom niet een ander boek uitgekozen, eentje die wel leuk was?
Ik heb een ander omslag gemaakt, maar ik was er niet blij mee. Ik kan hem hier ook niet laten zien, want ik heb hem weggegooid. Dan maar iets anders, iets wat ik wel leuk vond om te doen. Een illustratie bij een gedichtje.

dinsdag 20 december 2011

beertjes

Vrolijke beren vormen een heel groot deel van mijn oeuvre. Vooral de illustraties voor 13 boekjes van Bolke de Beer vormen een beste stapel. Het waren prentenboekjes voor in de boekhandel, half kleur en half zwart wit.
In die dagen was het illustreren van kinderboeken nog een boeiende bezigheid. Later werd ik vooral gevraagd voor die vervelende realistische boeken over ouders die gaan scheiden, of oma's die sterven.
Misschien was het ergens goed voor dat die boeken uitgegeven werden, maar ik kon er geen leuk plaatje bij tekenen.

maandag 19 december 2011

beregoed

Met enige regelmaat worden er initiatieven genomen die een zachte dood sterven, zelfs al gaat het om een beregoed idee. Ik was gevraagd voor een project dat zich in België afspeelt: de hoofdrolspelers uit de strip 't Landje als toeristen op pad in Brussel. De schrijver had bedacht dat er een hele chagrijnige beer door Brussel zou banjeren. Om enthousiasme te creëren werden enkele toeristische trekpleisters door mij getekend, zoals Manneke Pis en het Jubelpark.
Het initiatief is niet geselecteerd voor verdere uitwerking. Misschien moet ik maar weer eens naar vrolijke beren teruggrijpen: mijn vrolijke beertjes uit het verleden  waren wel succesvol.

zondag 18 december 2011

deceptie

Of ik mee wilde werken aan een strip met vele andere striptekenaars voor Hollands Diep. Ik kende het blad niet, maar als ik gevraagd wordt om mee te helpen de strip op de kaart te zetten, dan doe ik dat. Ik stuurde nog een mailtje met de vraag of ik het in kleur moest aanleveren of in zwart wit. Nooit antwoord op gehad. Zal dus wel zwart wit zijn, dacht ik. Vandaag kwam het blad binnen. Ieder strippoppetje is ingekleurd, behalve die van mij.
Maar de ramp is veel groter: die klerelijers hebben mijn schetsen gebruikt.
Godgodgodgloeiende godverdomme, zou Pulpman zeggen.
Ik heb het blad dichtgeklapt en niet meer ingekeken. Dit moet toch wel de grootste teleurstelling zijn in 30 jaar tekenen. Hier dan maar de uitwerkingen.

zaterdag 17 december 2011

typecasting

Als ik een nieuw strip personage moet tekenen is het soms handig om aan een filmacteur te denken, typecasting. In het korte kerstverhaal van Haas kwam een man voor van tegen de vijftig, die depressief geworden was na het overlijden van zijn vrouw.
Ik zag de geschikte acteur voor deze rol meteen voor me: Edward G. Robinson. Ik heb diep in mijn geheugen gegraven om mijn figuur op Robinson te laten lijken.
Eigenlijk hou ik niet van strip figuren die op acteurs lijken, het leidt me af. Laatst zag ik in een stip opeens het hoofd van George Clooney, tot dan toe was het me niet opgevallen dat de figuur daar op moest lijken.
Edward G. Robinson

Ik heb toen ik klaar was met de strip foto's van Robinson bekeken: mijn depressieve figuur lijkt niet op hem. Gelukkig maar.

vrijdag 16 december 2011

Kerstlichtje

Eindelijk heb ik weer een Haas verhaal getekend. Nou ja, een verhaaltje: drie pagina's, voor de Eppo Kerstspecial. Hij ligt nu in de winkels, met naast Haas ook van veel andere stripmakers kerstbijdrages.
Vandaag kreeg ik een mail dat een stripblad dat in Maart van start zou gaan toch niet doorgaat: de uitgever durft het in deze duistere tijden niet aan. De Eppo lijkt in stripland het enige lichtpuntje, zeker dit extra dikke kerstnummer.

donderdag 15 december 2011

Hiep hiep hoera

Vandaag is het een bijzondere dag: mijn vrouw is jarig.


De eerste keer dat ik haar schilderde was in 1980, we waren net gaan samenwonen.


De aquarel is van 9 mei 1984, we logeerden in het huisje van een vriendin.


De laatste is veel recenter, eind vorig jaar of misschien zelfs begin van dit jaar.

woensdag 14 december 2011

detaillering

Steve Canyon door Milton Caniff
Milton Caniff had denk ik een hekel aan witte stukjes, ongeveer elk plekje werd volgetekend. In mijn parodie van Steve Canyon voor Pulpman wilde ik niet zover gaan als Caniff, door bijvoorbeeld op elk open stukje in de lucht een wolk te tekenen, maar ik gebruikte wel veel meer details dan gebruikelijk.
Pagina 2 is nu af, maar ik ben toch niet zo tevreden over deze aanpak. Ik heb veel details getekend waarvan ik bang ben dat die in de verkleining naar het Pulpman formaat, A5, verloren zullen gaan. Canyon werd oorspronkelijk gemaakt voor publicatie in kranten, ik vraag me af hoeveel er van dat tekenwerk overeind bleef, op dat papier, op klein formaat. Niet veel ben ik bang.
De conclusie is duidelijk: ik maak dit verhaal van 4 pagina's af, maar die Canyon komt de Pulpman niet meer in!